Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden enorme aantallen vliegtuigen gebouwd, omdat de strijdende partijen voortdurend probeerden een voordeel te behalen.
Met zoveel vliegtuigen lag het voor de hand om bestaande toestellen aan te passen in plaats van iets nieuws te bedenken. Hier bespreken we tien van dergelijke aanpassingen, waarvan sommige wel heel merkwaardig waren:
10: Ombouw van Amerikaanse zware bommenwerpers tot gevechtsvliegtuigen: YB-40 en XB-41

Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het vrij gebruikelijk om jachtvliegtuigen om te bouwen tot bommenwerpers, maar voorbeelden van bommenwerpers die jachtvliegtuigen werden, waren veel zeldzamer. En bij de voorbeelden die er wel waren, ging het meestal om kleine, snelle bommenwerpers zoals de de Havilland Mosquito. Het idee om een zware bommenwerper om te bouwen tot jachtvliegtuig lijkt absurd.
Toch probeerden de Amerikanen dat, door exemplaren van zowel de B-17 Flying Fortress als de B-24 Liberator om te bouwen tot escortejagers. Er werd slechts één exemplaar van de XB-41 Liberator gebouwd, die werd aangepast om veertien .50-kaliber machinegeweren en meer dan 14.000 kogels te kunnen vervoeren. Hoewel de tests problematisch verliepen, bleek de ombouw van de B-17 iets succesvoller.
10: Ombouw van Amerikaanse zware bommenwerpers tot gevechtsvliegtuigen: YB-40 en XB-41

De Boeing YB-40 was uitgerust met maximaal dertig verdedigingskanonnen, hoewel hij er doorgaans veertien of zestien droeg. De bewapening bestond voornamelijk uit .50-kaliber machinegeweren in verschillende configuraties, hoewel ook 40 mm kanonnen werden getest. Er werden 25 exemplaren gebouwd en het vliegtuig werd getest tijdens gevechtsmissies boven Europa.
Geen enkel vliegtuig heeft ooit met zo'n formidabele verdedigingsbewapening gevlogen. Helaas maakte die het vliegtuig zo zwaar en zo traag dat het de bommenwerpers die het moest beschermen niet kon bijhouden. Na slechts tien missies werd het hele project afgeblazen.
9: Grumman XF4F-3S 'Wildcatfish'

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden verschillende landvliegtuigen omgebouwd tot watervliegtuigen. Enkele daarvan waren zeer indrukwekkend, zoals de Spitfire-watervliegtuigen, maar andere waren minder geslaagd. Een voorbeeld daarvan was de watervliegtuigversie van Grummans zeer succesvolle F4F Wildcat, die in 1942 werd ontwikkeld.
Geïnspireerd door het Japanse gebruik van watervliegtuigjagers vanaf afgelegen eilandbases in de Stille Oceaan, kreeg drijverfabrikant Edo de opdracht om een standaard F4F-3-jager om te bouwen voor gebruik vanaf het water.


















Add your comment