NAVO-luchtvaartplanners die tijdens de Koude Oorlog naar het oosten keken, werden geconfronteerd met een enorme, intimiderende vloot van bommenwerpers en aanvalsvliegtuigen.
Met hun numerieke overwicht beschikten de Sovjet-Unie en de andere landen van het Warschaupact over een enorme slagkracht, zowel op nucleair als op 'conventioneel' gebied. Hier zijn 12 Sovjetgevechtsvliegtuigen die de NAVO 's nachts wakker hielden:
12: Sukhoi 'Fitter'-serie

De supersonische eenmotorige Sukhoi Su-7 (codenaam: 'Fitter') was een buitengewoon snel aanvalsvliegtuig. Hoewel het relatief eenvoudig en goedkoop te produceren was, had het ook nadelen; het meest zorgwekkend voor de Sovjetplanners waren de kleine laadcapaciteit, het beperkte bereik en de lange startbaan die nodig was.
Een lange startbaan maakt een vliegtuig kwetsbaar, aangezien vliegvelden primaire doelwitten waren voor elke agressor. Er werden verschillende pogingen ondernomen, waaronder de installatie van een nieuw onderstel en het gebruik van raketondersteunde starts, maar er was iets radicalers nodig.
De volgende generatie Fitter, de Su-17, had een buitenste vleugeldeel met variabele geometrie ('swing'), waardoor de vereiste startbaanlengte drastisch werd verminderd en het bereik werd vergroot. Het vliegtuig kreeg later een krachtigere motor, betere sensoren en richtapparatuur en nieuwe wapens.
Het resultaat was een snel, krachtig aanvalsvliegtuig. Het werd op grote schaal geëxporteerd als de Su-20 en Su-22. De Su-17 was het belangrijkste tactische jachtbommenwerper tijdens de Sovjetbezetting van Afghanistan. Het blijft in beperkte aantallen in dienst bij een klein aantal luchtmachten.
11: Mikoyan-Gurevich MiG-27 'Flogger'

Met adembenemende prestaties en uitgerust met het krachtigste vliegtuigkanon dat ooit op een supersonisch vliegtuig is gemonteerd, was de MiG-27 een snelle jachtbommenwerper gebaseerd op de MiG-23-jager (via de MiG-23B-aanvalsreeks). In vergelijking met de Floggers-jagers was de MiG-27 zwaar gepantserd, had hij geen radar en had hij een opvallende 'eendensnuit'.
Toen de auteur sprak met voormalig Indiase luchtmachtpiloot Anshuman Mainkar, merkte hij op: "Het vliegtuig was erg snel op lage hoogte en zijn stabiliteit was uitstekend."
Het werd aangedreven door een enkele R-29-B-300-turbojet met een vermogen van 113 kilo Newton met naverbrander. Het was een meedogenloze en soms gevaarlijke machine, zoals Mainkar het omschreef. "Naar mijn mening is het de enige jager waarbij 'motorexplosie' een standaard noodsituatie is."











Add your comment